Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dezen togen ook op van [16]Tel-melah, Tel-harsa, [17]Cherub, Addan [en] Immer; doch zij konden hunner vaderen huis en hun [18]zaad niet bewijzen, of zij uit Israel waren. 16. Deze twee Thelmelah en Thelharsa, worden gehouden voor namen van plaatsen, waar zij gewoond hadden, in Babylonie en Mesopotamie. 17. Versta, met hun huisgezinnen. Sommigen menen dat deze drie volgende namen zijn van personen, die met hun huigezinnen zijn opgetogen. Anderen houden het mede voor namen van plaatsen, en dat de personen in vs.60 verhaald worden. 18. Dat is, hun geslacht, afkomst.